Woo

Grote bezwaren opschorting WOB

wesley-tingey-snNHKZ-mGfE-unsplash

Update 15 mei 2020:

Begin deze maand stuurden de VVOJ samen met de NVJ een brandbrief naar ministeries. Zij hadden vanwege de corona-crisis besloten om Wob-verzoeken op een laag pitje te zetten, onder meer RTL Nieuws, het AD en NOS Nieuws kregen te horen dat hun verzoeken tot informatie niet in behandeling werden genomen. Hoewel iedereen begrijpt dat we werken en leven in bijzondere omstandigheden, blijft het opvragen van documenten een essentieel onderdeel van democratische controle. ‘Juist nu’ is inmiddels een cliché maar gaat volledig op. Juist in tijden van crisis moeten journalisten beleid kritisch kunnen volgen.

Eén van de ministeries was er snel bij om uitgebreid op onze brief te reageren. Een woordvoerder laat weten dat sommige belangrijke documenten in een kluis liggen en dat niet iedereen daar zomaar toegang tot heeft. Ambtenaren zijn niet altijd bereid om met het openbaar vervoer naar het ministerie te reizen, uit angst voor besmetting. Als er een etiket ‘staatsveiligheid’ op het document is geplakt, mag het niet met de koerier mee. Daarmee doet dit ministerie de kwestie af als een praktisch probleem. Wij blijven van mening dat daar een oplossing voor moet worden gevonden: de journalistieke noodzaak is te groot om akkoord te gaan met een uitleg dat dit slechts een logistiek probleem is.

Ook minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid geeft aan te kampen met ‘overmacht’, zo liet hij weten in antwoord op Kamervragen van D66 en GroenLinks. Hij heeft toegezegd Wob-verzoeken afkomstig van journalisten over het coronavirus vanaf 1 juni weer in behandeling te nemen. Wat niet wil zeggen dat de Wob-verzoeken ook allemaal binnen de wettelijke gestelde termijnen worden afgehandeld. Met of zonder corona-crisis blijft dat een heikel punt. De VVOJ zal het samen met de Wob-werkgroep nauwlettend blijven volgen – en nodigt leden uit dit scherp in de gaten te houden met ons.


De VVOJ heeft grote bezwaren tegen het besluit van enkele ministers om tot 1 juni (en mogelijk ook later) geen verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur met betrekking tot de coronacrisis in behandeling te nemen. De VVOJ tekent dan ook protest aan tegen deze gang van zaken en verzoekt de regering daarmee onmiddellijk te stoppen.

Verschillende media (o.a. NOS Nieuws, RTL Nieuws, AD) hebben afgelopen weken bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wob-verzoeken ingediend die betrekking hebben op het gevoerde beleid rondom het coronavirus. Zij kregen per brief te horen dat de behandeling van de Wob-verzoeken werd aangehouden en wel ‘vanwege de bijzondere omstandigheden waarin mijn ministerie zich momenteel bevindt’.

Gesteld werd dat ‘het verzamelen en aanleveren van de verzochte informatie over corona op dit moment een onredelijke extra belasting voor de betrokken beleidsdirecties en het RIVM inhouden’. Onder verwijzing naar de Algemene wet bestuursrecht (art. 4:15, lid 2) vernamen media dat het ministerie door overmacht niet in staat was een beschikking op het verzoek te geven en dat deze werd opgeschort tot 1 juni 2020, ‘zijnde de datum tot wanneer de langstlopende kabinetsmaatregelen van kracht zijn’.

Indieners van een Wob-verzoek bij het ministerie van Justitie en Veiligheid ontvingen een qua strekking identieke boodschap. En met het aanvoeren van corona om de afhandeling van een Wob-verzoek uit 2019 te vertragen laadt het ministerie van Buitenlandse Zaken de verdenking op zich de virusuitbraak onomwonden te misbruiken.

Feitelijk wordt de openbaarheidswetgeving buiten werking gesteld. Dat klemt temeer omdat een besluit tot het aanhouden van een beslissing op Wob-verzoeken onderworpen is aan een motiveringsplicht. Artikel 3.46 van de Algemene wet bestuursrecht verlangt dat overheidsbesluiten voldoen aan motiverings- en zorgvuldigheidsbeginselen. Generiek Wob-verzoeken aan de kant schuiven en ophouden tot een onbekende datum strookt niet met het zorgvuldigheidsbeginsel. Een zorgvuldige behandeling vergt dat per verzoek gemotiveerd wordt waarom dat niet behandeld kan worden. Domweg bij voorbaat verdagen gaat aan afzonderlijke motivering van elk verzoek voorbij.

Wij zien dit als een aantasting van de rechtsstaat, waarin de journalistiek de cruciale taak heeft het opereren van de overheid te controleren. Juist in een tijd waarin de gehele samenleving getroffen wordt door een alomvattende gebeurtenis – de corona-pandemie – die terecht vraagt om overheidsbeleid, is de controlerende taak van de journalistiek van vitaal belang.

Gesteld wordt dat mankracht elders nodig is nu. Onderbezetting vergt echter eerder vergroting van de personele capaciteit dan een besluit wetgeving te negeren. Daar komt bij dat ruimte voor passieve openbaarmaking van informatie, zoals dat via de Wob geschiedt, zou ontbreken terwijl intussen de actieve openbaarmaking is opgeschroefd. Dit eenrichtingsverkeer via extra persconferenties is een reden te meer om ook ruimte vrij te maken voor informatieverzoeken. Nog zo’n onbalans speelt rond het feit dat het kabinet de vitale functie van de journalistiek heeft erkend. Die erkenning is slechts lippendienst als de journalistiek tegelijkertijd een instrument wordt ontnomen om die functie uit te oefenen.

De VVOJ en NVJ menen dat het niet zo kan zijn dat een wet buiten werking wordt gesteld omdat het ministerie en het RIVM het te druk hebben. De organisatie van ministeries, en van alle bestuursorganen, dient zodanig op orde te zijn dat zij uitvoering kunnen blijven geven aan alle wetten, dus ook aan de Wob. Wij wijzen u op wat de Memorie van Toelichting zegt over het aangevoerde Awb-artikel over overmacht: “Het zal dan in ieder geval moeten gaan om een onmogelijkheid om te beslissen die veroorzaakt wordt door abnormale en onvoorziene omstandigheden buiten toedoen van het bestuursorgaan zelf en die ook buiten zijn risicosfeer liggen. Daarvan zal bijvoorbeeld sprake kunnen zijn wanneer het gemeentehuis is afgebrand of onder water gelopen. Uit de jurisprudentie inzake termijnoverschrijdingen kan echter worden afgeleid dat ziekteverzuim en administratieve of organisatorische problemen binnen de invloedssfeer van het bestuursorgaan niet een beroep op overmacht rechtvaardigen”.

Ook wijzen we erop dat de rechtbank Midden-Nederland 27 maart in een uitspraak inzake een Wob-verzoek van de NOS (m.b.t. het kinderpardon) heeft geoordeeld dat het ministerie van Justitie en Veiligheid uiterlijk drie weken na 6 april (de datum waarop de corona-maatregelen aanvankelijk zouden aflopen) zijn organisatie dermate op orde moest hebben dat het in staat was te voldoen aan het Wob-verzoek. Die redelijke termijn geldt naar ons oordeel voor alle bestuursorganen en vanzelfsprekend niet alleen voor Wob-verzoeken naar coronabeleid, maar voor alle Wob-verzoeken.

Nu het kabinet besloten heeft dat grote evenementen verboden zijn tot 1 september, zou een besluit kunnen volgen de behandeling van Wob-verzoeken op te schorten tot die datum. De minister van VWS hint daar immers al op in zijn brieven aan media. Het behoeft geen betoog dat de VVOJ en de NVJ daar helemaal geen begrip voor zouden kunnen opbrengen.

Bij alle zorgen om het functioneren van een vrije pers in een democratische rechtstaat hebben wij natuurlijk tevens oog voor de uitzonderlijke omstandigheden die van elke organisatie extra inspanning en soms het uiterste vergen. Wij verwachten van media dat zij zich ook van de situatie bewust zijn en de Wob niet onnodig inroepen. Maar primair stellen wij ons op het standpunt dat Wob-verzoeken voor onbepaalde duur in een la leggen voor het openbaar bestuur in een rechtstaat onbestaanbaar dient te zijn.

Samenvattend verzoeken de VVOJ en de NVJ de regering met klem om Wob-verzoeken niet langer aan te houden en deze gewoon in behandeling te nemen met inachtneming van de wettelijke termijnen.

 

Lees hier de Brief

Gerelateerde artikelen

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk